dinsdag 22 april 2008

Hoe lang nog leider?

artikel uit De Standaard van 22/4/2008 n.a.v. het groepsleidingscongres van 20/4/2008

Hoe lang nog, leider?


WAAROM ER MEER LEDEN DAN LEIDERS ZIJN IN DE JEUGDBEWEGING


Leiders haken vlugger af
Concurrentie in tijdsbesteding is groot
Gebrek aan ervaring niet goed voor kwaliteit


Wie wil nog zijn vakantie opofferen voor een bende achtjarige snotneuzen?

Hij is uitgestorven, de scoutsleider (m/v) op jaren die de helft van zijn leven bij de padvinders slijt. De tijd die jongeren en jongvolwassenen spenderen als leider is teruggevallen van zes naar drie jaar. En dat vormt een probleem, vinden de Scouts & Gidsen Vlaanderen (voorheen de VVKSM), die er hun driejaarlijkse congres aan wijdden. De continuïteit komt in het gedrang, de steeds jonger wordende leidersgroep mist ervaring en maturiteit, hier en daar zijn er simpelweg te weinig leiders om een scoutsgroep nog met genoeg kwaliteit te kunnen runnen. Dus duiken er ook in de jeugdbeweging wachtlijsten op. Haaks op dat tekort aan leid(st)ers staat de stevige aangroei van het aantal leden. De Scouts en Gidsen Vlaanderen, de grootste scoutsbeweging, telt 75.000 leden. Dat aantal lag nog nooit zo hoog. De Chiro totaliseert meer dan 96.000 leden, ook al een recordcijfer. Ouders en kinderen kiezen meer dan ooit voor de jeugdbeweging. Aan de kant van de instroom zit er geen sleet op de formule. Het is de uitstroom die zorgen baart. Hard onderzoek naar waarom het leiderskorps zo snel afhaakt, is er niet. Maar bij scouts en Chiro hoor je wel dezelfde redenen aanhalen. Allereerst, de tijden zijn veranderd. De prestatiedruk op de studerende jongeren is aardig toegenomen, net zoals die voor de leeftijdsgenoten die al uit werken gaan. Maar vooral is er vandaag zo'n waaier aan vrijetijdsbestedingen dat de jeugdbeweging in een stevige concurrentiestrijd verwikkeld is. Uitgaan, sporten, in een bandje spelen, computers die met internet en games gauw een grote hap uit je tijdsbudget nemen... Allemaal dingen die bovendien in steeds snellere mate afgewisseld worden. Het is al vaker gezegd, maar surfen en zappen zijn een mode de vie geworden. Heeft de moderne hobby-hopper nog oor naar langdurig engagement, dat op de koop toe vrijwillig is? Wie wil het nog opbrengen zijn zondagmiddagen en een deel van zijn zomervakantie op te offeren aan een stelletje achtjarige snotneuzen? Scoutswoordvoerder Jan Van Reusel wil dat nuanceren. 'Ze engageren zich nog, maar gerichter, beperkter in de tijd.' Inge Huysmans van de Chiro stelt het beeld ook wat bij. 'Er zijn nog jongeren genoeg die hopen engagement aan de dag leggen. Die zie je in verschillende verenigingen opduiken. En aan de andere kant heb je een groter wordende groep die voor engagement bedankt.' Toch ziet de Chiro, in tegenstelling tot de scouts, de lengte van het leiderschap niet krimpen de jongste twintig jaar. Het blijft stabiel - zij het op een korte drie jaar. Echt problematisch is het vooral in de stedelijke Chirogroepen. Huysmans: 'Een moeilijk publiek. Soms moeten ze daar de hulp inroepen van leiders uit andere groepen. Die zien het als een uitdaging, 't Is Chiro voor gevorderden.' Bij de scouts en gidsen ligt de leeftijdsgrens voor een leider op achttien jaar. Daar gaan ze niet onder. De Chiro ziet dat sommige afdelingen toch leiders van zeventien of zelfs zestien jaar hebben. 'De hele aspi-afdeling (de oudste, net voor de leiding, nvdr) wordt soms opgedoekt. 'Wij betreuren dat', zegt Inge Huysmans, 'maar ze doen het uit noodzaak, omdat er geen oudere zijn.' Behalve de engagementskwestie is er ook de externe druk die op de schouders van jeugdleiders ligt. Er zijn meer regels gekomen, de ouders zijn kritischer en veeleisender geworden. En als zich incidenten voordoen, krijgen die veel aandacht. Denk maar aan het dodelijke verkeersongeval met een scoutsgroep in het Waalse Clavier in 2003. De leiders werden deels mee aansprakelijk gesteld. Een imagoprobleem is er niet. Mensen als Jean-Luc Dehaene verkondigen dat hun scoutstijd hen gemaakt heeft tot wat ze zijn, dat ze daar hebben geleerd verantwoordelijkheid te nemen. Het klassieke beeld. Tegenwoordig zeggen BV's als Wim Opbrouck of Roos Van Acker dat de scouts 'rock-'n-roll' waren. Als er al een ouderwets imago bestond, dan is dat afgestoft. De scouts zijn geen vrijblijvende vrijetijdsbesteding. Ze hebben een 'pedagogische missie', zoals dat heet. De leiders moeten dus goed zijn. Maar een opleiding is er niet, laat staan dat ze verplicht is. Aangezien er steeds minder oudere leiders zijn, blijven de jongeren verstoken van hun ervaring. Dus moeten ze het hebben van de vormingsmomenten. Geheel in lijn met de eerdere vaststellingen vallen de meerdaagse hier steeds minder in de smaak. Kortere, gerichte cursussen vinden meer aftrek. Er borrelden op het congres al enkele aanbevelingen op. Zo geven de leiders zelf aan dat ze de uitwisseling van ervaring en kennis liefst op het niveau van de collega's van groepen uit de regio zien gebeuren. In het najaar wordt een en ander in een actieplan gegoten. Ondanks de moeilijke tijdgeest blijven ze bij de scouts hopen op langere leiderscarrières. Daarvoor zoeken ze 'potgrond', motivatie voor langduriger engagement. Een campagne om de geneugten van het leiderschap te belichten behoort tot de mogelijkheden, geeft Jan Van Reusel aan. 'In de leiding zitten is een unieke belevenis. Het is engagement, maar ook zelfontplooiing. Je vindt er kameraden, wie weet zelfs een lief. Het is on the road zijn en toch beschutting hebben.' Tom Ysebaert is redacteur binnenland. Elke dag beantwoordt De Standaard een actuele vraag.

ty

© 2008 Corelio

Geen opmerkingen: